Hoe de vakgebieden lezen, taal en wereldoriëntatie naar elkaar toe (gaan) kruipen

 Door Jos Cöp

De afgelopen 2 jaar is er meer veranderd in het lees- en taalonderwijs dan de twintig jaar ervoor. Internationaal vergelijkend onderzoek heeft ons in eerste instantie gewezen op grote tekortkomingen in ons leesonderwijs. Duidelijk is dat de echte problemen zitten bij het diep lezen en de leesmotivatie. Op basis daarvan zijn een aantal jaren terug een groot aantal leesoffensieven gelanceerd die, ondanks dat ze een verschillende oorsprong hadden, vaak dezelfde uitgangspunten bleken te hebben. Met als belangrijkste punten een rijker leesaanbod, veel meer leeskilometers maken, actief bezig zijn met wat je leest en samenhang aanbrengen door vakgebieden te ontschotten en veel meer te verbinden in thema’s. Dat het werkt is inmiddels al duidelijk. Veel scholen melden dat er meer gemotiveerde leeskilometers gemaakt worden dan ooit. Zo simpel kan het dus zijn.

De veranderingen binnen het leesonderwijs blijven echter niet beperkt tot het leesonderwijs. Bij het zoeken naar de natuurlijke samenhang tussen de ooit veel te geïsoleerde vakgebieden wordt duidelijk hoe belangrijk rijke taal is voor het leren. Rijke taal die boordevol zit met kennis, de uiteindelijke brandstof voor het leren. Na de integratie van de leesdomeinen wordt al heel snel duidelijk dat kennisintensieve leeslessen, die echt ergens over gaan, automatisch leiden tot vakkenintegratie. Dertig tot veertig procent van het vakgebied wereldoriëntatie wordt eigenlijk gewoon onderdeel van het leesonderwijs. Pure winst natuurlijk in een tijd waarin lesroosters per definitie overladen zijn. Op heel veel scholen is het werken vanuit verbindende thema’s het logische en haalbare antwoord op de problemen die gesignaleerd worden. Zes tot acht weken, meestal van vakantie tot vakantie, worden daarmee gevuld vanuit één breed, kennisrijk en boeiend thema. Zo ontstaat op veel scholen een curriculum dat niet meer opgebouwd is uit losse lessen met nog lossere onderwerpen.

Maar daarmee houdt het niet op. Actief bezig zijn met wat je leest, betekent dat erover praten en schrijven veel meer is dan een leuke verwerkingsvorm. Hoe logisch is het om de doelen die samenhangen met deze taalonderdelen ook onderdeel te laten zijn van het thematisch opgebouwde deel van het curriculum. Voor veel scholen is het daarom momenteel niet de vraag of maar hoe taalonderwijs verbonden kan worden met leesonderwijs en wereldoriëntatie. Het antwoord is niet zo moeilijk, want brede thema’s bieden met gemak onderdak aan gespreks- en schrijfdoelen. Voor spellen en grammatica is het nog niet helemaal duidelijk. Zullen ze ook onderdeel gaan worden van de thema’s of blijven ze apart staan? Met als mogelijk argument dat het aanleren vanuit thema’s zou kunnen zorgen voor te veel vertraging. Of wellicht dat er toch een soort themamoeheid kan ontstaan als (bijna) alles vanuit één thema gebracht gaat worden. Op dit moment is het nog niet zo duidelijk. De tijd zal het leren.

Om echt door te pakken is belangrijk om te zien wat er gebeurt bij de makers van de leermiddelen en methoden. Goed passende leermiddelen maken noodzakelijke onderwijsverbeteringen laagdrempelig en bereikbaar voor een brede doelgroep van  scholen en leraren. Niet als slaaf van een methode, want zo worden onze leerkrachten, de echte professionals die het uiteindelijk moeten doen, niet op maat bediend. Dat worden ze wel als ze gebruik kunnen maken van leermiddelen die de rijke thema’s goed doordacht en op een faciliterende in plaats van een dwingende manier weten te brengen. In een tijd waarin we te maken hebben met een dramatisch tekort aan onderwijsgevenden is een goed gefaciliteerd en haalbaar onderwijscurriculum van levensbelang. Uitgevers kunnen hiervoor zorgen en als we kijken naar de ontwikkeltrajecten die gaande zijn, is er zeker nieuws onder de zon.

Het uiteindelijke woord is uiteraard aan ons, de leerkrachten, de teams, de scholen en de besturen. De innovatieve en vroege adopters zijn in beweging gekomen. Ze slaan met succes nieuwe wegen in en bouwen hun curriculum anders op. Daarbij slagen ze erin om hun leerlingen meer te laten leren en lezen vanuit nieuwsgierigheid zonder de opbrengsten uit het oog te verliezen. Een prestatie die zeer veel respect verdient.

Jos Cöp is onderwijskundige, schoolleider, adviseur, ontwikkelaar en spreker.