Lange tijd ging het niet goed met het leesonderwijs in Nederland. Met name gezaghebbende internationale vergelijkende onderzoeken toonden de kwetsbaarheid aan van wat wij onder de vlag van leesonderwijs in onze scholen aan het doen waren. De echte pijnpunten: dalende prestaties in vergelijking met de ons omringende landen en het dragen van de rode lantaarn als het gaat om de leesmotivatie. Met name het laatste hakte erin, want zonder leesmotivatie ook geen leeskilometers. En zonder kilometers geen prestaties. Zie hier de basis van de bekende kip of het ei-discussie.
Het vervolg op deze harde feiten is dat we met elkaar beland zijn een situatie waarin de krachten gebundeld worden. Schrijvers, bibliothecarissen, leerkrachten, schoolleiders, inspecteurs en onderwijswetenschappers zetten samen de schouders eronder. Het ene na het andere leesoffensief ziet het licht en de vroege successen zijn zelfs al zichtbaar. In de kern lijken de initiatieven allemaal eilandjes, maar niets is minder waar. Wie beter kijkt, ziet een duidelijke lijn bestaande uit vijf bewezen interventies.
De eerste heeft te maken met de leestijd. We komen uit een situatie waarin er veel tijd voor 'leestraining' is, maar het 'partijtje' om het toe te passen te weinig gespeeld wordt. De oplossing: een half uur echt lezen per dag. De tweede interventie is gericht op het doelgerichter maken van het lezen. Voor veel lezers gaat lezen pas leven als het echt wat oplevert en je er actief mee aan de slag kunt gaan. Bijvoorbeeld door er samen over te praten of schrijven. De derde interventie staat voor het mogen kiezen uit een groot, gevarieerd en rijk leesaanbod. Lezers verschillen op vele fronten, dus er moet heel veel te kiezen zijn. De vierde succesvolle interventie heeft tot doel het langer lezen binnen aansprekende thema's. Dit zorgt voor de noodzakelijk verdieping en verbindt het doelgericht lezen met kennisontwikkeling. Laat dat nu net voor heel veel leerlingen een noodzakelijke verbindende schakel zijn. De vijfde interventie, tot slot, heeft te maken met de benadering van lezen als één geheel. Nederland heeft een lange traditie in het uit elkaar trekken van het leesonderwijs in deelgebieden en domeinen die voor leerlingen niet herkenbaar en motiverend kunnen zijn. Neem als voorbeeld het begrijpend lezen. Daarmee zeg je dat je ook zou kunnen lezen zonder het te begrijpen. Geen kind die het snapt, want alle avontuur is op dat moment meteen weg. Onbegrijpelijk toch?
In veel scholen worden de interventies momenteel omgezet in acties. En nu al zijn de eerste successen zichtbaar: meer leeskilometers, meer leesmotivatie en betere opbrengsten. Bij deze de uitnodiging aan de onderwijs-wetenschappers om deze conclusies te onderzoeken en onderbouwen. En daarmee een nieuw en positief leestijdperk in te luiden.