De zoektocht naar beter onderwijs

Het is nog niet zo lang geleden dat innovatief onderwijs een onmisbaar toverwoord was. Iedere zichzelf respecterende school had er de mond vol van. Al was het maar om het tegenovergestelde, traditioneel en degelijk onderwijzen, ver buiten de deur te houden. Niemand mocht namelijk denken dat Basisschool Het Talent geen vernieuwende school was. In dat geval ontstond mogelijk de situatie dat buurschool De Blokkendoos er met de echte talenten van door zou gaan. 


Het woord innovatief is echter in een identiteitscrisis beland. Waar het ooit stond voor onderwijs waarbij de leraar een coach geworden was en de leerlingen vooral zelfsturend hun weg moesten vinden, is het een ongericht begrip geworden. De belangrijkste reden hiervoor is dat innovatie z'n kompas kwijt is. Ik denk dat het alles te maken heeft met het feit dat we niet meer kunnen en willen denken in massasystemen waarin er sprake is van één ideale oplossing(srichting) voor iedereen. Het denken in doelgroepen is ervoor in de plaats gekomen. Het beste onderwijs is daarbij afhankelijk geworden van de leerdoelen waar het om gaat en de ondersteuningsbehoeften die de doelgroep of zelfs het individu heeft. 

Het gevolg is dat ook de massa-oplossing en het centrale perspectief niet meer bestaan. De vraag naar 'het beste onderwijs' heeft de toevoeging 'voor wie' erbij gekregen. Ik denk dat het een goede ontwikkeling is. Simpelweg omdat er geen beste manier van onderwijs geven en krijgen is. Het zal namelijk altijd afhankelijk zijn van de leerdoelen die aan de orde zijn en wie ze willen of moeten bereiken. Dit hoeft overigens niet te verhullen dat er wel degelijk slechte manieren van onderwijs geven zijn. Daar waar wetenschappelijk goed onderbouwde reviewstudies overtuigend aantonen dat iets niet werkt, is romantisch de kop in het zand steken geen alternatief. Zeker niet vanuit de permanente zoektocht naar hoe we met elkaar steeds weer betere leersituaties kunnen creëren.

Goed wetenschappelijk onderzoek zal ons echter nooit volledig de weg kunnen wijzen naar het best denkbare onderwijs. Daarvoor draaien de studies teveel om gemiddelden en zijn er te grote verschillen in contexten waarin 'het bewijs' wordt geleverd. Wat hebben we dus nodig om echte verbeteringen door te voeren? Inderdaad, toegewijde onderwijsprofessionals die binnen de context van hun leerdoelen en met hun doelgroep onderbouwen dat iets echt werkt. Bevestigende praktijkervaringen dus. Het overgrote deel van de Nederlandse onderwijsprofessionals doet dit op een fantastische manier. Daarvoor verdienen ze meer vertrouwen dan ze vaak krijgen. Vertrouwen in het feit dat zij de belangrijkste schakel zijn op weg naar nog beter onderwijs.