Het was ver buiten werktijd. Ten eerste omdat het in de avonduren was. Maar ten tweede, en veel belangrijker, ik genoot van mijn vakantie. Toch belandde ik via een radiouitzending in een discussie over de stelling 'We verkwanselen ons onderwijs door te werken met modieuze zaken als Ipads.' met presentator Joost. Bellen in de auto doe ik zo min mogelijk, dus de mogelijkheid om direct te reageren, zo die er al was, heb ik aan me voorbij laten gaan. Toch raakte het bij mij een professionele snaar die schijnbaar al klaar stond om te gaan trillen. Vervolgens kwamen er een aantal instemmende reacties van, hoe zeg ik het netjes, mensen met een beperkte onderwijsachtergrond, -kennis en -kunde. Daarna de reactie van Wim van der Grift, hoogleraar onderwijskunde aan de universiteit van Groningen. 'Wat een onzin, Joost', zei hij. Niet zozeer omdat hij een voorstander is van iPads in het onderwijs, al heb ik het hem nooit gevraagd. Maar meer omdat zo'n onbenullig stukje leermiddel helemaal niet in staat is om onderwijs te verkwanselen. Daarvoor is het bij lange na niet belangrijk genoeg.
Dit voorval, waarvan ik auditief getuige was op de A2 tussen Best West en Boxtel Noord, spoorde me aan om toch maar eens aan de slag te gaan. Met als doel het voorkomen dat onderwijsdiscussies zo fragmentarisch en eendimensionaal kunnen zijn, terwijl leren in georganiseerd verband zo multidimensionaal is als het maar zijn kan. Eigenlijk is dat niet zo moeilijk. Het vraagt gewoon om een forse bijstelling van de bestaande didactische analysemodellen. Deze zijn in de meeste gevallen al zo oud dat ze niet meer geschikt zijn voor het beschrijven van effectief onderwijs anno nu. Door de snel groeiende informatiestromen en de exponentiële groei van leersituaties leren veel kinderen misschien nog wel meer buiten dan binnen de muren van de school. En in veel situaties is het niet meer de leerkracht die het 'aanleert', maar nemen moderne media deze rol over. Kortom, de strikt schoolse, leerkrachtgestuurde didactische modellen bevatten niet meer alle elementen om de effectiviteit van het leren te kunnen beschrijven. Zeker de moeite waard dus om ze te updaten.
We zijn een paar weken verder en wat mij betreft is het nieuwe 'Analysemodel effectief leren' klaar voor een eerste publicatie. Ik wil er twee dingen mee bereiken. Ten eerste moet het een hulpmiddel zijn om de juiste kwaliteitsdiscussies te voeren. Als er geen gedeelde taal is, dan is spraakverwarring het voor de hand liggende gevolg. Ten tweede moet het model helpen om leeractiviteiten voor te bereiden en te ontwikkelen. Daarmee kan het dus een belangrijk hulpmiddel zijn voor leraren bij hun lesvoorbereiding en onderwijsontwikkelaars bij het maken van onderwijsleermaterialen. Hieronder een korte presentatie van het model:
Verder nog een verwijzing naar een discussiefilm die ik geplaatst heb op het Weblog Trends in beeld, waarin een korte toelichting bij de elementen wordt gegeven:
Ik geloof erg in de kracht van sociale media, dus de ultieme definitieve versie bestaat niet. Ik hoop op een voortdurende stroom van reacties en (Twitter)discussies (@joscop), waardoor we er samen altijd weer wat beters van maken. Misschien door de elementen van het model zelf te veranderen of anders door de beschrijving van de elementen aan te passen.
Dit voorval, waarvan ik auditief getuige was op de A2 tussen Best West en Boxtel Noord, spoorde me aan om toch maar eens aan de slag te gaan. Met als doel het voorkomen dat onderwijsdiscussies zo fragmentarisch en eendimensionaal kunnen zijn, terwijl leren in georganiseerd verband zo multidimensionaal is als het maar zijn kan. Eigenlijk is dat niet zo moeilijk. Het vraagt gewoon om een forse bijstelling van de bestaande didactische analysemodellen. Deze zijn in de meeste gevallen al zo oud dat ze niet meer geschikt zijn voor het beschrijven van effectief onderwijs anno nu. Door de snel groeiende informatiestromen en de exponentiële groei van leersituaties leren veel kinderen misschien nog wel meer buiten dan binnen de muren van de school. En in veel situaties is het niet meer de leerkracht die het 'aanleert', maar nemen moderne media deze rol over. Kortom, de strikt schoolse, leerkrachtgestuurde didactische modellen bevatten niet meer alle elementen om de effectiviteit van het leren te kunnen beschrijven. Zeker de moeite waard dus om ze te updaten.
We zijn een paar weken verder en wat mij betreft is het nieuwe 'Analysemodel effectief leren' klaar voor een eerste publicatie. Ik wil er twee dingen mee bereiken. Ten eerste moet het een hulpmiddel zijn om de juiste kwaliteitsdiscussies te voeren. Als er geen gedeelde taal is, dan is spraakverwarring het voor de hand liggende gevolg. Ten tweede moet het model helpen om leeractiviteiten voor te bereiden en te ontwikkelen. Daarmee kan het dus een belangrijk hulpmiddel zijn voor leraren bij hun lesvoorbereiding en onderwijsontwikkelaars bij het maken van onderwijsleermaterialen. Hieronder een korte presentatie van het model:
Verder nog een verwijzing naar een discussiefilm die ik geplaatst heb op het Weblog Trends in beeld, waarin een korte toelichting bij de elementen wordt gegeven:
Ik geloof erg in de kracht van sociale media, dus de ultieme definitieve versie bestaat niet. Ik hoop op een voortdurende stroom van reacties en (Twitter)discussies (@joscop), waardoor we er samen altijd weer wat beters van maken. Misschien door de elementen van het model zelf te veranderen of anders door de beschrijving van de elementen aan te passen.